"Inclusief onderwijs bouwt voort op het basisinstinct van een leraar om ervoor te zorgen dat alle stemmen worden gehoord en dat alle leerlingen een kans krijgen om volledig deel te nemen aan het leerproces, dit door iets dieper te graven in de redenen waarom er onevenwichten bestaan in de participatie. Om dit complexe klimaat te ontwikkelen, moeten leerkrachten en andere onderwijsprofessionals een mix van intra- en interpersoonlijk bewustzijn, regelmatige evaluatie en bijsturing van het curriculum en kennis van inclusieve praktijken toepassen".
Lees meer:
Heldere doelen
Leerkrachten in inclusieve scholen zijn in staat om alle leerlingen te ondersteunen. Het is nodig dat ze in hun praktijk werken aan het doel om het leerpotentieel van hun leerlingen te veranderen. De ondersteuning van alle leerlingen baseren ze best op de visie dat elke leerling in staat is om te leren en talenten en bekwaamheden te ontwikkelen die relevant zijn voor het leven als volwassene. Het gaat erom het leerproces zelf te veranderen, zodat leerlingen voorbereid zijn op een toekomst waarin hun vermogen om te leren en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden het belangrijkst zal zijn. Om ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren op het hoogst mogelijke niveau kunnen leren, is het nodig een inclusief en flexibel curriculum te ontwerpen. Bij het realiseren van dat curriculum is het nodig om rekening te houden met de voorkennis en ervaring van alle kinderen en jongeren. Het is ook belangrijk om het curriculum af te stemmen op de interesses van de leerlingen, zodat ze zich betrokken voelen. Daartoe moeten leerkrachten strategieën ontwikkelen en toepassen die erop gericht zijn ieders leerervaring te verbeteren. Dit veronderstelt :
Dit vraagt van leerkrachten dat ze instrumenten, methoden en strategieën inzetten om elk kind helpen te begrijpen, respecteren en ondersteunen als persoon en als drager van bepaalde rechten.
Intrapersoonlijk bewustzijn
Inclusieve leerkrachten brengen hun attitudes, waarden, vaardigheden en kennis, competenties en eigenaarschap in om samen met anderen een ondersteunende sociale en fysieke omgeving te creëren. Leerkrachten die willen uitgroeien tot inclusieve onderwijsprofessionals, kunnen zich engageren in persoonlijke professionele ontwikkeling, maar er is meer nodig opdat zij zich betrokken voelen in praktijken gericht op de ontwikkeling van hun professionaliteit. Om competente, inclusieve professionals te worden, moet het schoolteam een gemeenschap creëren, waarin ze ervaringen delen en peer learning toepassen, waar mensen zich goed voelen en nog meer gemotiveerd raken en waar ze gedeeld eigenaarschap ontwikkelen om de school vooruit te helpen.
Daarvoor is het nodig:
Om dit te bereiken is het nodig een positief en aanvaardend klimaat te creëren en elkaar te ondersteunen in het oplossen van conflicten en het verminderen van spanningen.
Interpersoonlijk bewustzijn
De realisatie van een leergemeenschap vereist een schoolomgeving waarin iedereen zich gewaardeerd en geaccepteerd voelt. Daarbij zien we leraren ook als lerenden in elk stadium van hun professionele ontwikkeling. Wanneer professionals een team van inclusieve professionals willen worden, zullen ze een omgeving nodig hebben die hun inspanningen ondersteunt om professioneler te worden . Dat vergt een inclusief klimaat waarin we fouten zien als kansen om te leren in plaats van als een tekort aan professionaliteit. Tegelijkertijd is het nodig prestaties te vieren als een succes van een individu en van de groep. De school moet een plaats van vertrouwen en respect worden, waar leerlingen en leerkrachten actief samenwerken om ieders leren en participatie te bevorderen. Echt leren is niet mogelijk zonder wederzijdse betrokkenheid, sociale interactie en communicatie. Om wederzijdse betrokkenheid te bevorderen, is het nodig dat inclusieve professionals investeren in de opbouw van vertrouwen en respect voor elkaar.
Referenties en aanvullende informatie:
Vooraleer je met een professionaliseringstraject start, is het nodig om te verkennen wat dit voor jou en je school kan betekenen. Daarvoor plan je meestal een overleg of intakegesprek met je directie en met andere relevante betrokkenen, bijvoorbeeld één of meer geïnteresseerde leerkrachten, collega’s vanuit je zorgteam, eventueel een coördinator, mentor, beleidsondersteuner,...
De volgende richtvragen kunnen het gesprek daarover op gang brengen.
Doel:
Acties:
Beleid:
Samenwerking:
Professionele ontwikkeling:
Op basis van deze reflecties, beslis je over de aanpak van het traject. Deze richtvragen helpen je afwegen in welke mate die keuzes aansluiten bij de eigen professionaliseringsnoden.
Nadat de directie of het (beleids- of kern-)team beslist heeft om met een traject te starten, is het nodig om alle leerkrachten van de school te informeren en betrekken. Dat gebeurt best over
Er is vooral een transparante communicatie nodig over de samenhang van het traject met het beleid van de school. Bijvoorbeeld kan je daarbij de volgende richtvragen beantwoorden.
Eens er daarover helderheid is, kan je samen nadenken over de noden die de collega’s daarbij ervaren. Zo kunnen alle collega’s het eigenaarschap over dit professionaliseringstraject mee opnemen en kom je tot een gedeelde verantwoordelijkheid om de doelen te realiseren.